23-06-2021 @ 22:14
Het Digital News Report Nederland 2021 gaat over nieuwsgebruik in Nederland. Samen met het Reuters Institute for the Study of Journalism heeft het Comissariaat voor de Media (CvdM) het onderzoek begin 2021 voor de vierde keer uitgevoerd. Midden in een lockdown en met een avondklok van kracht.
COVID-19 bepaalt al een meer dan een jaar de nieuwsagenda en geeft het media- en nieuwsgebruik in 2020 en 2021 een boost. Ongeveer één kwart van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder geeft aan dat hun persoonlijk leven als gevolg van het virus sterk is veranderd. In totaal zegt bijna driekwart dat COVID-19 tenminste enig effect op hun persoonlijk leven heeft gehad. De gevolgen zijn in alle sociale groepen voelbaar: oud en jong, man en vrouw, hoog- en laagopgeleiden. Anders dan verwacht, heeft de gevoelde impact van COVID-19 op het persoonlijke leven weinig effect op het nieuwsgebruik, vertrouwen in het nieuws of interesse.
COVID-19 heeft ook weinig veranderd aan de al langer lopende trend dat het nieuwsgebruik en het vertrouwen sterk afhankelijk zijn van leeftijd. Ieder jaar wordt duidelijker dat de generatie die met internet en vooral met smartphones is opgegroeid andere behoeftes heeft en media anders gebruikt en vertrouwt.
Het onderwerp COVID-19 heeft ervoor gezorgd dat de interesse in nieuws en politiek in de gehele bevolking is toegenomen. De vraag is of de interesse ook na COVID-19 hoog blijft en burgers sterker betrokken blijven bij nieuws en politiek dan voor COVID-19.
Het nieuwsgebruik is in 2021 hoger dan in 2020. Nederlanders gebruiken dagelijks vaker nieuws en gebruiken vooral meer nieuws online en op televisie. De verschillen tussen de leeftijdsgroepen zijn enorm. Twee derde van de jongste doelgroep noemt online nieuws en sociale media als voornaamste bron van nieuws. In de oudste groep is dat maar ruim 20%. Als het om gebruik van televisienieuws en print als voornaamste nieuwsmedia gaat, zijn de verhoudingen juist andersom.
Lokale media belangrijker geworden
Tijdens de pandemie zijn Nederlanders vaker thuis gebleven en daardoor zijn lokaal nieuws en lokale media voor de burger ook belangrijker geworden. Afgelopen jaar bleek uit het onderzoek dat naarmate Nederlanders jonger zijn, hun interesse in lokaal nieuws afneemt. Dit jaar was de vraag hoe verbonden Nederlanders zich voelen met de lokale gemeenschap. Ook de antwoorden op deze vraag laten zien dat naarmate Nederlanders ouder zijn hun verbondenheid toeneemt. Alhoewel ook een kleine meerderheid van de jongste doelgroep zich tenminste enigszins verbonden voelt. Het voornaamste onderwerp is – nog vóór COVID-19 – het weer.
Van oudsher is de plaatselijke krant, het regionale dagblad, nieuwsblad of huis-aan-huisblad de brenger van lokale informatie. Onmisbaar zijn lokale media vanwege hun waakhondfunctie en de berichtgeving over vooral lokale politiek en bestuur, alsmede de lokale economie. 1 op de 5 respondenten jonger dan 35 jaar bekijkt of leest dit soort nieuws. In de groep 55+ is dit aandeel dubbel zo groot. Als Nederlanders zich over lokale politiek en bestuur informeren, dan gebruikt twee derde van de groep 55+ en één kwart van de groep 18 tot en met 34 jaar hiervoor de plaatselijke krant of website. Jongeren maken vaak gebruik van niet traditionele bronnen – vooral zoekmachines en sociale media – maar komen via deze omweg dan weer terecht bij de traditionele bronnen. Deze verhouding in mediagebruik voor o.a. lokale politiek maakt duidelijk hoe urgent het is om in kaart te brengen hoe informatie over lokale politiek de verschillende burgers bereikt en of er tegenwoordig nog aan lokale informatiebehoeftes wordt voldaan met het in de lokale ruimte aanwezige nieuwsaanbod.
Niet alleen voor lokaal nieuws geldt dat sociale media voor jongeren essentieel zijn geworden. In 2021 gebruiken 9 op de 10 jongeren sociale media voor nieuws, tegenover minder dan de helft in de oudste doelgroep. De voornaamste leverancier van nieuws op sociale media – vooral op Twitter en Facebook – zijn nog steeds de reguliere nieuwsmedia en professionele journalisten. Op sociale media staan de traditionele bronnen wel in directe concurrentie met alternatieve bronnen. Gebruik van sociale media betekent voor een grote meerderheid van de jongeren ook dat ze actief met nieuws omgaan, nieuws verspreiden of becommentariëren. Dat doen ze in veel grotere mate dan de oudere groepen.
Toegang tot nieuws en generatiekloof
Om toegang tot online nieuws te krijgen, is sinds twee jaar de smartphone voor de meeste Nederlanders het voornaamste device. Alleen de oudste doelgroep heeft nog een voorkeur voor de computer. Opvallend is dat tijdens de lockdown met avondklok Nederlanders meer televisie hebben gekeken, maar ook vaker de computer in plaats van een mobiel apparaat hebben gebruikt.
Hoewel er steeds meer mogelijkheden zijn om aan online nieuws te komen, gaat in 2021 nog steeds de helft van de Nederlandse bevolking voor nieuws rechtstreeks naar een nieuwswebsite of -app. Onder jongeren is dit aandeel aanzienlijk kleiner. Jongeren gebruiken vaak een zoekmachine om naar een nieuwswebsite te gaan of berichten op te zoeken. Ondanks dat het belang van sociale media voor nieuws in totaal iets afneemt, is het in de jongste doelgroep met 38% onverminderd populair. Populair onder jongeren zijn ook nieuwsverzamelsites. Twee derde van de jongste doelgroep 18-24 maakt hiervan gebruik tegenover iets meer dan 1 op de 5 ouderen. Het wekelijkse gebruik van nieuwsvideo’s door jongeren heeft met 80 procent inmiddels een plafond bereikt. In de middelste leeftijdsgroepen neemt het aandeel nog toe. Onder ouderen is het aandeel sinds 2018 nauwelijks gestegen.
Podcastgebruik onder jongeren gestegen
Nog meer dan sociale media, nieuwsverzamelsites en nieuwsvideo’s zijn in 2021 podcasts het medium voor jongeren. In de laatste jaren is het aandeel maandelijkse gebruikers onder jongeren gestegen tot twee derde; in de oudste doelgroep maar van 5 naar 8%. Dat nieuws beschikbaar moet zijn wanneer men wil en waar men is, bevestigt het gebruik van podcasts. Jongeren zitten toch al op Spotify en beluisteren daar ook podcasts. Oudere Nederlanders maken van NPO Luister gebruik of van een podcast aangeboden door een uitgever of een commerciële omroep. Niet iedereen gebruikt al podcasts en soms weten mensen niet eens wat een podcast is. Vooral onder Nederlanders van 45 jaar en ouder is dit aandeel met 18% opmerkelijk hoog.
Gebruik betaald online nieuwsaanbod gestegen
In 2021 kunnen we constateren dat het aandeel dat aangeeft afgelopen jaar een betaalde online nieuwsdienst te hebben geraadpleegd aanzienlijk gestegen is; van 11 naar 17% in twee jaar tijd. Het zijn uiteraard vooral de jongere doelgroepen die voor online nieuws betalen. Ook in de groep Nederlanders die tot nu toe nog niet voor online nieuws heeft betaald, is de betalingsbereidheid onder jongeren veel hoger. Als we Nederlanders die aangeven afgelopen jaar voor online nieuws te hebben betaald en de groep die vrij en zeer waarschijnlijk in toekomst zou willen betalen, samenvoegen tot de groep potentiële betalers, dan is meer dan de helft van de jongste doelgroep potentiële betaler. Dit aandeel loopt terug tot 13% in de oudste doelgroep. 2020 lijkt het kanteljaar te zijn voor de transformatie van de papieren naar de digitale abonnementen. Naarmate jongeren ouder worden, zal het aantal digitale abonnementen verder toenemen.
Voor de democratie is een breed gedragen minimum aan vertrouwen in de nieuwsvoorziening van groot belang. Voor nieuwsorganisaties is vertrouwen in nieuws meer dan een bijdrage aan de democratie. Voor betrouwbaar nieuws wordt eerder betaald, zeker als de zorgen om nepnieuws groot zijn. Ook kan reclame meeliften op de betrouwbaarheid van een nieuwsmerk. De betrouwbaarheid van het nieuwsmerk wordt dan ook gekoppeld aan de betrouwbaarheid van het merk of product in de reclame.
Het aandeel burgers dat aangeeft het merendeel van het nieuws in het algemeen en ook het merendeel van het nieuws dat ze zelf gebruiken te vertrouwen, is in Nederland al jaren een van de hoogste van alle onderzochte landen en is in het afgelopen jaar verder toegenomen. Het vertrouwen in het merendeel van het nieuws, dat mensen zelf gebruiken, is alleen in de jongste leeftijdsgroep niet gestegen. Het aandeel dat de neutrale midden categorie kiest, is aanzienlijk gedaald en daarom stijgt tegelijk ook het aandeel dat het nieuws niet vertrouwt heel licht. Het aandeel dat sociale media wantrouwt, is verder gestegen. Ook hier neemt het aandeel dat neutraal is af. Dit leidt ertoe dat het deel dat nieuws op sociale media vertrouwt gelijk is gebleven, en onder jongeren zelf iets is toegenomen.
Het vertrouwen in Nederlandse nieuwsmerken is door de jaren heen opmerkelijk stabiel. Het lijkt erop dat het een soort basisvertrouwen is dat minder gevoelig is voor actuele ontwikkelingen. Alleen in de jongste leeftijdsgroep daalt het vertrouwen in nieuwsmerken enigszins. Het NOS Journaal is nog steeds het nieuwsmerk met het grootste bereik en hoogste vertrouwen. Maar ook de meeste andere nieuwsmerken worden sterk vertrouwd. Het vertrouwen is onder de gebruikers van een bepaald merk zelfs nog iets hoger.
Zorgen over nepnieuws nemen toe
Onafhankelijk van het grotere vertrouwen in nieuws nemen de zorgen over wat echt of nep op internet is in 2021 aanzienlijk toe. Hier is een duidelijk effect van de pandemie te zien. 40% van de respondenten geeft aan dat ze afgelopen week foutieve of misleidende informatie over het coronavirus tegen zijn gekomen. Geen ander onderwerp haalt meer dan 22%. Het coronavirus domineert naast de berichtgeving dus ook de waargenomen misleidende informatie. Als het om zorgwekkende bronnen gaat dan worden journalisten of nieuwsorganisaties door maar 7% van de Nederlanders genoemd. De meest zorgwekkende bron zijn activisten en actiegroepen met 37%. Vooral ouderen vinden deze bron zorgwekkend. Van de online bronnen wordt Facebook door jong en oud het meest genoemd als bron van foutieve of misleidende informatie.
Naarmate er voor meer neutraliteit wordt gekozen, neemt het vertrouwen in het merendeel van het nieuws toe, maar tegelijk ook de zorgen voor meer nepnieuws online. Het zijn vooral jongeren die van nieuwsmedia verwachten dat deze bij twijfel niet voor neutraliteit kiezen en wel een positie innemen. Vertrouwen in het merendeel van het nieuws is onafhankelijk van zorgen over nepnieuws en wordt in de doelgroep 35 jaar en ouder bijna uitsluitend verklaard door het gemiddelde vertrouwen in nieuwsmerken. In de leeftijdsgroep 18 tot en met 34 jaar is het vertrouwen in nieuwsmerken ook belangrijk, maar veel minder. Daarnaast bevordert onder jongeren het vertrouwen in sociale media het vertrouwen in het merendeel van het nieuws en heeft de wens naar opinie een negatief effect.
Omgang met twijfel en wantrouwen
Tijdens de pandemie zijn de zorgen over nepnieuws toegenomen. Het vertrouwen in nieuws is in de jongste doelgroep gedaald. Dat roept de vraag op hoe nieuwsmedia waardevoller kunnen worden voor de groepen nieuwsgebruikers die hun geloof in goede journalistiek nog niet hebben verloren. In aanvulling op het reguliere Digital News Report 2021 geeft Irene Costera Meijer, hoogleraar Journalistiekwetenschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam, in haar verdiepend gasthoofdstuk aan de hand van een kwalitatief onderzoek antwoorden op deze vraag.
De digitale transitie heeft tijdens de pandemie een boost gekregen en dit laat de verschillen in nieuwsgebruik en vertrouwen in nieuws tussen de generaties duidelijker dan ooit naar voren komen. Het jaar van de coronacrisis is het jaar waarin uitgevers kunnen vermelden dat het toegenomen online bereik ook in vorm van toegenomen omzet en winst kon worden verzilverd. Omroepen hebben weliswaar minder advertentie-inkomsten gegenereerd, maar ook het bereik van hun nieuwsaanbod off- en online zien stijgen. Vooral voor de lokale journalistiek, van huis-aan-huisbladen tot hyperlocals, blijkt de digitale transitie bijzonder hobbelig te zijn. De uitdaging voor nieuwsmedia is de jonge generatie te bereiken zonder de oude doelgroep te verliezen door het analoge aanbod in een groeiende digitale wereld vooralsnog te laten bestaan.